Gesetz zu dem Zweiten Zusatzprotokoll vom 21. Mai 1991 zum Abkommen vom 16. Juni 1959 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiete der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen sowie verschiedener sonstiger Steuern und zur Regelung anderer Fragen auf steuerlichem Gebiete
1428 Bundesgesetzblatt, Jahrgang 1991, Teil II
Gesetz
zu dem Zweiten Zusatzprotokoll vom 21. Mai 1991
zum Abkommen vom 16. Juni 1959
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiete der Steuern
vom Einkommen und vom Vermögen sowie verschiedener sonstiger Steuern
und zur Regelung anderer Fragen auf steuerlichem Gebiete
Vom 20. Dezember 1991
Der Bundestag hat mit Zustimmung des Bundesrates das folgende Gesetz beschlossen:
Artikel 1
Dem in Den Haag am 21. Mai 1991 unterzeichneten Zweiten Zusatzprotokoll zum Abkommen vom 16. Juni 1959 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiete der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen sowie verschiedener sonstiger Steuern und zur Regelung anderer Fragen auf steuerlichem Gebiete (BGBl. 1960 II S. 1781) in der durch das Zusatzprotokoll vom 13. März 1980 (BGBl. 1980 II S. 1150) geänderten Fassung wird zugestimmt. Das Zweite Zusatzprotokoll wird nachstehend veröffentlicht.
Artikel 2
(1) Dieses Gesetz tritt am Tage nach seiner Verkündung in Kraft.
(2) Der Tag, an dem das Zweite Zusatzprotokoll nach seinem Artikel 3 in Kraft tritt, ist im Bundesgesetzblatt bekanntzugeben.
Das vorstehende Gesetz wird hiermit ausgefertigt und wird im Bundesgesetzblatt verkündet.
Bonn, den 20. Dezember 1991
Der Bundespräsident Weizsäcker
Der Bundeskanzler Dr. Helmut Kohl
Der Bundesminister der Finanzen Theo Waigel
Der Bundesminister des Auswärtigen Genscher
Nr. 35 - Tag der Ausgabe: Bonn, den 31. Dezember 1991
1429
Zweites Zusatzprotokoll zum Abkommen vom 16. Juni 1959
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiete der Steuern
vom Einkommen und vom Vermögen sowie verschiedener sonstiger Steuern
und zur Regelung anderer Fragen auf steuerlichem Gebiete
in der Fassung des Zusatzprotokolls vom 13. März 1980
Tweede Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst van 16 juni 1959
tussen de Bondsrepubliek Duitsland
en het Koninkrijk der Nederlanden
tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van beiastingen
van het inkomen en van het vermögen alsmede van verscheidene andere beiastingen
en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied,
met Aanvullend Protocol van 13 maart 1980
Die Bundesrepublik Deutschland De Bondsrepubliek Duitsland
und en
das Königreich der Niederlande, het Koninkrijk der Nederlanden,
vom Wunsch geleitet, das Abkommen zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiete der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen sowie verschiedener sonstiger Steuern und zur Regelung anderer Fragen auf steuerlichem Gebiete vom 16. Juni 1959, in der mit dem Zusatzprotokoll vom 13. März 1980 abgeänderten Fassung, im folgenden "das Abkommen" genannt, zu ändern,
haben folgendes vereinbart:
Artikel 1
In Artikel 4 des Abkommens wird Absatz 3 ersatzlos gestrichen; der bisherige Absatz 4 wird Absatz 3. Im neuen Absatz 3 werden die Worte "Die Absätze 1 bis 3 ..." ersetzt durch "Die Absätze 1 und 2 ...".
Artikel 2
In Artikel 14 Absatz 3 des Abkommens werden die Worte "mit Ausnahme der Einkünfte, für die Artikel 4 Absatz 3 gilt" einschließlich des Kommas vor diesen Worten gestrichen.
Artikel 3
Dieses Protokoll, das integrierender Bestandteil des Abkommens ist, tritt einen Monat nach dem letzten der beiden Tage in Kraft, an denen sich die Staaten auf diplomatischem Wege gegenseitig notifiziert haben, daß die erforderlichen innerstaatlichen Voraussetzungen erfüllt sind, und seine Bestimmungen sind auf solche Zinsen anzuwenden, die nach dem Inkrafttreten dieses Protokolls für Zeiträume nach seinem Inkrafttreten bezogen werden, und auf Zinsen, die von einem Unternehmen eines der
de wens koesterende de op 16 juni 1959 ondertekende Overeenkomst tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van beiastingen van het inkomen en van het vermögen alsmede van verscheidene andere beiastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied, zoals dat laats-telijk is gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 13 maart 1980, hierna te noemen de Overeenkomst, te wijzigen,
zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Artikel 4, derde lid, van de Overeenkomst vervalt; het huidige vierde lid, wordt vernummerd tot derde lid. In het nieuwe derde lid worden de woorden "De leden 1 tot en met 3 ..." vervangen door "De leden 1 en 2 ..."
Artikel 2
In artikel 14, derde lid, van de Overeenkomst worden de woorden "met uitzondering van de inkomsten, waarvoor artikel 4, derde lid, van toepassing is" met inbegrip van de voor deze woorden staande komma geschrapt.
Artikel 3
Dit Protocol, dat een integrerend deel van de Overeenkomst vormt, treedt in werking een maand na de laatste van de beide data waarop de Staten elkaar er längs diplomatieke weg van in kennis hebben gesteld dat aan de nationaal vereiste voorwaarden is voldaan en de bepalingen ervan zijn van toepassing op interest die na de inwerkingtreding van dit Protocol wordt verkregen en die betrekking heeft op tijdvakken na de inwerkingtreding daarvan, alsmede op interest die wordt verkregen door een ondememing
1430
Bundesgesetzblatt, Jahrgang 1991, Teil II
Vertragsstaaten bezogen werden, soweit sie unabhängig vom van een van de Staten voorzover deze interest, ongeacht het Zeitpunkt der Zahlung auf Zeiträume nach dem Inkrafttreten die- tijdstip van de betaling daarvan, betrekking heeft op tijdvakken ses Protokolls entfallen. welke vallen na de inwerkingtreding van dit Protocol.
Geschehen zu s-Gravenhage am 21. Mai 1991, in zwei Gedaan te s-Gravenhage op21 mei 1991, in tweevoud, in de Urschriften, jede in deutscher und niederländischer Sprache, Duitse en de Nederlandse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist. authentiek.
Für die Bundesrepublik Deutschland
Voor de Bondsrepubliek Duitsland
Dr. Citron
Für das Königreich der Niederlande
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
van den Broek