Gesetz zu dem Vertrag vom 22. September 1966 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Regelung der Grenzübergänge der Eisenbahnen
Bundesgesetzblatt
213
Teil II
Z1998A
1968
Ausgegeben zu Bonn am 17. April I9(>S
Nr. 1
Ter,
I 11 llcl 1 t
5. 4 (>B Gesetz, zu dem Vertrag vom 22. September 1%6 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Regelung der Grenzübergänge der Eisenbahnen
2H.A.i)H Bckciiinltiiddumg uIht den Celtuncj.sbeieit h des Abkommens über cbis Zolltiirifscheiiui tut" die Lmreiliuny der Waren in die Zolltarile .................................................
28. 3. 08 IrkcinntnuKhunrj über (\vn Gellung^beiei<h des Abkommens über die Internationale Llnlv\ ick-luiifjsoKjcinistition (IDA) ...............................................................
28. .}. ()fä Bekanntmachung über den Geltungsbereich de^ Internatlonalen Kdffee-Llbereinkommens l()ti2 21J
Seite
21. -i 218 218
Gesetz
zu dem Vertrag vom 22. September 1966
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
über die Regelung der Grenzübergänge der Eisenbahnen
Vom 5. April 1968
Der Bundestag hat das folgende Gesetz beschlossen:
Artikel 1
Dem in Den Haag am 22. September 1966 unterzeichneten Vertrag zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Regelung der Grenzübergänge der Eisenbahnen wird zugestimmt. Der Vertrag wird nachstehend veröffentlicht.
Artikel 2
Dieses Gesetz gilt auch im Land Berlin, sofern das Land Berlin die Anwendung dieses Gesetzes feststellt.
Artikel 3
(1) Dieses Gesetz tritt am Tage nach seiner Verkündung in Kraft.
(2) Der Tag, an dem der Vertrag nach seinem Artikel 6 in Kraft tritt, ist im Bundesgesetzblatt bekanntzugeben.
Die verfassungsmäßigen Rechte des Bundesrates sind gewahrt.
Das vorstehende Gesetz wird hiermit verkündet.
Bonn, den 5. April 1968
Der Bundespräsident L ü b k e
Für den Bundeskanzler
Der Bundesminister für Ernährung,
Landwirtschaft und Forsten
Hermann Höcherl
Der Bundesminister für Verkehr Georg Leber
Der Bundesminister des Auswärtigen Brandt
214
Bundesgesetzblatt
, Jahrgang 1968, Teil II
Vertrag
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
über die Regelung der Grenzübergänge der Eisenbahnen
Verdrag
tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden
nopens de regeling van de spoorweggrensovergangen
DIE BUNDESREPUBLIK DEUTSCHLAND DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND
und en
DAS KÖNIGREICH DER NIEDERLANDE HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
VON DEM WUNSCHE GELEITET, die zwischen den beiden Staaten bestehenden Abkommen über die grenzüberschreitenden Eisenbahnstrecken an die heutigen Verhältnisse anzupassen,
MIT RUCKSICHT auf Artikel 83 und 84 des Grenzvertrages zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande vom 8. April 1960,
SIND WIE FOLGT ÜBEREINGEKOMMEN:
Artikel 1
1. Die Vertragsparteien erhalten die im Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Vertrages bestehenden Eisenbahngrenzübergänge vorbehaltlich des Artikels 2 aufrecht. Diese Übergänge sind in der Anlage 1 zu diesem Vertrag aufgeführt.
2. Die Vertragsparteien wirken im Rahmen ihrer Rechtsvorschriften darauf hin, daß die Eisenbahnverwaltungen in den beiden Staaten
a) die Anlagen der Eisenbahngrenzübergänge in einer den Erfordernissen des grenzüberschreitenden Eisenbahnverkehrs entsprechenden Weise unterhalten und erneuern sowie gegebenenfalls ändern und ergänzen,
b) die Eisenbahngrenzübergänge nach Art und Umfang in wirtschaftlicher Weise so bedienen, daß sie den Bedürfnissen des grenzüberschreitenden Eisenbahnverkehrs genügen.
3. Jede der Vertragsparteien ist gehalten, auf Ersuchen der anderen Vertragspartei mit ihr in Erörterung über die Anwendung dieses Artikels einzutreten.
Artikel 2
1. Die Einrichtung neuer sowie die Aufhebung oder Verlegung bestehender Eisenbahngrenzübergänge erfolgt erst, nachdem die für den Eisenbahnverkehr zuständigen Minister der Vertragsparteien einander schriftlich ihr Einvernehmen hierzu bekanntgegeben haben. Das gleiche gilt für die Aufhebung des gesamten Personen- oder des gesamten Güterverkehrs auf einem der vorgenannten Eisenbahngrenzübergänge.
2. Im Falle der Einrichtung neuer sowie der Aufhebung oder Verlegung bestehender Eisenbahngrenzübergänge bildet der in Absatz 1 dieses Artikels erwähnte Schriftwechsel ein Verwaltungsabkommen zur Berichtigung der Anlage 1 zu diesem Vertrag.
GELEID DOOR DE WENS de tussen de beide Staten bestaande overeenkomsten en afspraken nopens de grens-overschrijdende baanvakken aan de huidige omstandig-heden aan te passen,
MEDE GELET op de artikelen 83 en 84 van het Grens-verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden van 8 april 1960,
ZUN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel I
1. De Verdragsluitende Partijen houden de op het tijd-stip van inwerkingtreding van dit Verdrag bestaande spoorweggrensovergangen in stand, onder voorbehoud van het in artikel 2 bepaalde. Deze overgangen zijn vermeld in Bijlage 1 bij dit Verdrag.
2. De Verdragsluitende Partijen streven er met inacht-neming van hun wettelijke bepalingen naar, dat de spoor-wegadministraties in beide Staten
a. de installaties van de spoorweggrensovergangen on-derhouden en vernieuwen, en eventueel veränderen en uitbreiden, op een wijze die in overeenstemming is met de eisen van het grensoverschrijdende spoor-wegverkeer;
b. de spoorweggrensovergangen naar aard en omvang zodanig gebruiken, dat zij op economische wj/.e vol-doen aan de behoeften van het grenso\ erschrijdonde spoorwegverkeer.
3. Elk der Verdragsluitende Partijen is gehenden, op verzoek van de andere Partij met haar in overleg le tre-den over de toepassing van dit artikel.
Artikel 2
1. Er worden geen nieuwe spoorweggrensovergangen tot stand gebradit en bestaande spoorweggrensovergangen worden niet opgeheven of verplaatst, voordat de ten aanzien van het spoorwegverkeer bevoegde ministers der Verdragsluitende Partijen elkaar bij brief van hun instemming hebben doen blijken. Hetzelfde gr-Idt voor de opheffing \än het gehele pcrsonen- ol het gehele goederenvervoer via een der hierboven genoemde spoorweggrensovergangen.
2. In geval van de totstandbrenging van nieuwe spoor-wreggrensovergangen en de opheffing of verplaatsing van bestaande spoorweggrensovergangen vormt de in het eerste lid van dit artikel bedoelde briefwisseling een administratief akkoord tot aanpassing van Bijlage 1 bij dit Verdrag.
Nr. 17 – Tag der Ausgabe: Bonnrlden 17. April 19()8
215
3. Vor der Vornahme von Änderungen, durch welche die Leistungsfähigkeit eines Eisenbahngrenzüberganges erheblich beeinträchtigt werden kann, treten die für den Eisenbahnverkehr zuständigen Minister der Vertragsparteien in Erörterungen darüber ein, falls eine der Vertragsparteien dies wünscht.
Artikel 3
Das Abkommen zwischen den Vertragsparteien über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Ein-lichtung von Geineinschafts- oder Betriebswechselbahn-höfen an der deutsch-niederländischen Grenze vom 30. Mai 1958 und die in Ausführung des genannten Abkommens getroffenen Vereinbarungen werden von diesem Vertrag nicht berührt.
Artikel 4
Die Vertragsparteien sind sich darüber einig, daß die in der Anlage 2 zu diesem Vertrag angeführten Abkommen spätestens mit dem Inkrafttreten dieses Vertrages außer Kraft treten.
A r t i k e 1 5
Dieser Vertrag gilt auch für das Land Berlin, sofern nicht die Regierung der Bundesrepublik Deutschland gegenüber der Regierung des Königreichs der Niederlande innerhalb von drei Monaten nach Inkrafttreten dieses Vertrages eine gegenteilige Erklärung abgibt.
A r t i k e 1 6
1. Dieser Vertrag bedarf der Ratifikation; die Ratifikationsurkunden sollen in Bonn ausgetauscht werden.
2. Dieser Vertrag tiitt einen Monat nach Austausch der Ratifikationsurkunden in Kraft.
3. Dieser Vertrag tritt achtzehn Monate nach schriftlicher Kündigung durch eine Vertragspartei außer Kraft Im Falle der Kündigung treten die Vertragsparteien unverzüglich in Verhandlungen über eine Neuregelung ein.
ZI URKUND DESSEN haben die beiderseitigen Bevollmächtigten nach Austausch ihrer in gehöriger Form befundenen Vollmachten diesen Vertrag mit ihrer Unterschrift versehen.
GESCHEHEN zu Den Haag am 22. September 1966 in zwei Urschriften, jede in deutscher und in niederländischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.
Für die Bundesrepublik Deutschland: K. H. Knoke
Für das Königreich der Niederlande: L. De Block
3. Voordat Veränderungen worden aangebiacht, waar-door de capaciteit van een spoorweggrensovergang aau-zienlijk kan worden verniinderd, treden de ten aanzien van het spoorwegverkehr bevoegde ministers der Ver-dragsluitende Partijen terzake in overleg, indien een van de Vcrdragsluitende Partijen dit wenst.
Artikel 3
Dit Verdrag laat de Overeenkomst tussen de Verdrag-sluitende Partijen nopens de samenvoeging van de grens-tontrole en de instelling van gemeenschappelijke spooi-wegstalions of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens van 30 mei 1958, alsmede de ter uit-voering van bedoelde Overeenkomst gesloten o\ereen-komslen, onverlet.
Artikel 4
De Verdragsluilende Parlijen zijn het erover eens, dat de in Bijlage 2 bij dit Verdrag genoemde overeenkomsten uiterlijk op het lijdstip van inwei kingtreding van dit Verdrag Indien werking treden.
A r t i k e 1 5
Dil Verdrag geldt eveneens voor het "Land" Berlijn. lenzij de Regering vdn de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mededeling doet \<m het legendeel.
Artikel 6
1. Dil Verdrag dient te worden bekrachtigd De akten van bekrachtiging worden te Bonn uitgewisseld
2. Dit Verdrag tieedl een maand na de uilw isseling dei akten van bekrachtiging in werking.
3. Dil Verdrag treedt ach tuen maanden na schrifte-lijke opzegging door een van de Verdragsluitende Pai-tijen buiten werking. Ingeval van een opzegging zullen de Verdragsluifende Partijen onverwijld in onderhande-ling treden over een nieuvve regeling.
TEN" BL1.IKE WAAkVAN de onderscheiden gevolnuuh-tigden, na uitwisseling van hun in hehoorlijke vorm be-vonden volmachten, dit Verdrag van hun handlckening hebben voorzion.
GEDAAN te s-Gia\ enhage, de 22 september 1966 in Iwee exemplaren, in de Duitse en de Nederlandse taal. zijnde beeide leksten gclijkelijk gezaghehbend.
Voor de Bondsrepubliek Duitsland. K. H. Knoke
Voor het Koninkrijk der Nedci landen L. De Block
216
Bundesgesetzblatt, -Jahrgang 1968, Teil II
Anlage 1
Bestehende Eisenbahngrenzübergänge
1) Weener–Nieuwe Schans
2) Laarwald–Coevorden
3) Bentheim–Oldenzaal
4) Gronau–Enschede
5) Alstatte–Broekheurne
6) Borken–Winterswijk
7) Emmerich–Zevenaar
8) Kranenburg–Nijmegen
9) Kaldenkirchen–Venlo
10) Dalheim–Vlodrop
11) Herzogenrath–Haanrade
12) Aachen-West–Simpelveld
Anlage 2
Übersicht über die deutsch-niederländischen Abkommen über die grenzüberschreitenden Eisenbahnstrecken
I
Bestehende Grenzübergänge:
1. Grenzübergang Weener–Nieuwe Schans
a) Übereinkunft zwischen dem Deutschen Reich und den Niederlanden, betreffend die Herstellung einer Eisenbahn von Ihrhove nach Nieuwe Schans, vom 3. Juni 1874 (RGBl. 1875, S. 101; Slaatsblad 1874, Nr. 126).
b) Übereinkommen zwischen Oldenburg und den Niederlanden, betreffend den Bau, Anschluß und den Betrieb der Eisenbahnlinie von Ihrhove nach Nieuwe Schans, vom 27. Juni 1874 (Staatsblad 1874, Nr. 131).
2. Grenzübergang Laarwald–Coevorden Staatsvertrag betreffend die Eisenbahn von Neuenhaus
nach Coevorden, vom 23. Juli 1908 (RGBl. 1908, S. 635; Staatsblad 1909, Nr. 57).
3. Grenzübergang Bentheim–Oldenzaal
Abkommen zwischen Hannover und den Niederlanden, betreffend die Anschlußbahnstrecke von Almelo nach Salzbergen, vom 29. Dezember 1863 (Staatsblad 1864, Nr. 10).
4. Grenzübergang Gronau–Enschede
a) Übereinkunft zwischen Preußen und den Niederlanden, betreffend die Herstellung einer Eisenbahn von Enschede über Gronau und Ochtrup zum Anschluß an die preußische Staatseisenbahn von Rheine nach Münster, vom 12. Mai 1864 (RGBl. 1875, S. 126; Staatsblad 1864, Nr. 82).
b) Übereinkunft zwischen Deutschland und den Niederlanden, betreffend die Herstellung einer direkten Eisenbahnverbindung zwischen Dnrlnuind und Enschede, vom 13. November 1874 (RGBl. 1875, S. 128; Staatsblad 1875, Nr. 22).
5. Grenzübergang Alstatte–Broekheurne –Enschede Süd
Staatsvertrag zwischen Deutschland und den Niederlanden, betreffend die Eisenbahn von Ahaus nach Enschede, vom 27. Juni 1899 (RGBl. 1900, S. 557; Staatsblad 1899, Nr. 238).
6. Grenzübergang Borken–Winterswijk Übereinkunft zwischen Deutschland und den Niederlanden, Viel reffend die Herstellung einer Eisenbahn von
Bijlage 1
B e s t a a n despoorweggrensovergangen
1) Nieuwe Schans–Weener
2) Coevorden – Laarwald
3) Oldenzaal- -Bentheim
4) Enschcde– -Gronau
5) Broekheurne –Alstatte
6) Winterswi jk–Borken
7) Zevenaar– -Emmerich
8) Nijmegen- - Kranenburg
9) Venlo–Ka Idenkirchen
10) Vlodrop–1 Dalheim
11) Haanrade- -Herzogenrath
12) Simpelveld .-- Aachen-West
Bijlage 2
Overzicht van de Nederlands-Duitse overeenkomsten en
afspraken nopens de grensoverschrijdende spoorweg-
baanvakken
I
B e s t a a n d e g r e n s o v e r g a n g e n :
1. Grensovergang Nieuwe Schans–Weener
a) Overeenkomst tussen Necleriand en Duitsland tot regeling van de aanleg van eon spoorwcg van Nieuwe Schans naar Ihrhove, van 3 juni 1874 (Staatsblad 1874, Nr. 126; RGBl. 1875, S 101).
b) Overeenkomst tussen Nederland en Oldenburg tot regcling van de aanleg en de exploitatie van de spoorwcg van Nieuwe Schans naar Ihrhove, van 27 juni 1874 (Staatsblad 1874, Nr. 131).
2. Grensovergang Coevorden–Laarwald
Verdrag tussen Nederland en Duitsland betreffende de aanleg van een spoorweg van Coevorden naar Neuenhaus, van 23 juli 1908 (Staatsblad 1909, Nr. 57; RGBl. 1908, S. 635).
3. Grensovergang Oldenzaal–Bentheim Overeenkomst tussen Nederland en Hannover betrek-
kclijk de aansluiting van de spoorweg Almelo- Salz-bergen, van 29 december 1863 (Staatsblad 1864, Nr. 10).
4. Grensovergang Enschede--Gronau
a. Overeenkomst tussen Nedeiland en Pruisen befrek-kclijk de aansluiting van de; spoorweg Enschede--Rheine Mün^tnr, van 12 niei 1864 (Staatsblad 1864, Nr. 82; RGBl. 1875, S 126).
b. Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland tot regeling van de aanleg van een spoorweg van Enschede naar Dortmund, van 13 november 1874 (Staatsblad 1875, Nr. 22; RGBl. 1875, S. 123).
5. Grensovergang Enschede-Zuid– Broekheurne– Alstatte
Verdrag tussen Nederland en Duitsland betreffende de aanleg von een loraalspoorweg van Enschede naar Ahaus, van 27 juni 1899 (Staatsblad 1899, Nr. 238; RGBl. 1900,
5. 557).
6. Grensovergang Winterswijk–Borken Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland botrok-
kclijk de spoorweg van Zutphen längs Winterswijk en
Nr. 17 – Tag clor Ausgabe: Bonn, den 17. April 1968
217
Zütphen über Winlerswijk und Borken bis in die Nahe von Gelsenkirchen nebst einer Zweigbahn nach Bocholt, vom 31. Juli 1875 (RGBl. 1877, S. 397; Staatsblad 1875, Nr. 175).
7. Grenzübergang Emmerich --Zevcnaar
Abkommen zwischen Preußen und den Niederlanden zum Bau einer Yei bmdungsbahnlinie zwischen den Eisenbahnlinien der beiden Staaten vom 18. Juli 1851 nebst Protokoll vom 10. 18. Februar 1846 (Staatsblad 1852, Nr. 54).
8. Grenzübergang Kranenburg–Nijmegen Übereinkunft zwischen Preußen und den Niederlanden,
betreffend die Herstellung einer Eisenbahn von Kleve nach Nijmegen, vom 14. März 1864 (PrGesSlg 18G4, S. .39.5; Staatsblad 18G4, Nr. 42).
9. Grenzübergang Kaldenkirchen–Venlo Übereinkunft zwischen Preußen und den Niederlanden,
betreifend die Herstellung einer Eisenbahn von Venlo nach Viersen und nach Kempen, vom 14. März 1864 (PrGesSlg 1864, S. 385; Staatsblad 1864, Nr. 43).
10. Grenzübergang Dalheim–Vlodrop
Übereinkunft zwischen Deutschland und den Niederlanden, betreifend die Herstellung einer direkten Eisenbahnverbindung zwischen München-Gladbach und Antwerpen, vom 13. November 1874 (RGBl. 1875, S. 112; Staatsblad 1875, Nr. 18).
11. Grenzübergang Herzogenrath–Haanrade Slaatsvertrag zwischen Deutschland und den Niederlanden, betreffend die Eisenbahn von Sittard nach Herzogenrath, vom 28. November 1892 (RGBl. 1893, S. 163; Staatsblad 1893, Nr. 53).
12. Grenzübeigang Aachen-West –Si:npe!ve!d Preußisch-niederländisches Prolokoll vom 14. Oktober
1846, betreffend die Eisenbahn Aachen-Maastricht.
II
Nicht mehr bestehende Grenzübergänge:
1. Grenzübergang Hassuni–Gennep
a) Übereinkunft zwischen dem Deutschen Reich und den Niederlanden, betreffend die Herstellung einer Eisenbahn von Boxtel über Gennep nach Kleve und Wesel, vom 18. August 1871 (RGBl. 1872, S. 39; Staatsblad 1871, Nr. 102).
b) Übereinkunft zwischen Deutschland und den Niederlanden behufs einiger Ändeiungen der Übereinkunft vom 18. August 1871, betreffend die Herstellung einer Eisenbahn von Boxtel über Gennep nach Kleve und Wesel vom 13. November 1874 (RGBl 1875, S. 120; Staatsblad 1875, Nr. 23).
2. Grenzübergang Straelen --Venlo
Slaatsvertrag zwischen Preußen und den Niederlanden, hrtreflend <.\v\] Eisenbahno i" .ü.u-igang Straelen -- Venlo, vom 28. November 1867 (PiGesSlg 1868, S. 13; Staatsblad 1868, Nr. 17).
Borken tot nabij Gelsenkirchen met een zijtak naar Bocholt, van 31 juli 1875 (Staatsblad 1875, Nr. 175; RGBl. 1877, S. 397).
7. Grensovergang Zevenaar–Emmerich Overeenkomst tussen Nederland en Pruisen tot aaneen-
sluiting van de in beide Staten bestaande Jjzerbanen, van 18 juli 1851, met Proces-Verbaal von 10 18 februari 1846 (Staatsblad 1852, Nr. 54).
8. Grensovergang Nijmegen–Kranenburg Overeenkomst tussen Nederland en Pruisen betrek-
kelijk de aansluiting van de spoorweg Nijmegen – Kleef, van 14 maart 1864 (Staatsblad 1864, Nr. 42; PrGesSlg 1864 S. 395).
9. Grensovergang Venlo–Kaldenkirchen Overeenkomst tussen Nederland en Pruisen betrek-
kelijk de aansluiting van de spoorweg Venlo naar Vier-ssen en Kempen, van 14 maart 1864, (Staatsblad 1864, Nr. 43; PrGesSlg 1864 S. 385).
10. Grensovergang Vlodrop–Dalheim Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland tot
regeling der aansluiting van een spoorweg van Antwerpen naar Gladbach, van 13 november 1874 (Staatsblad 1875, Nr. 18; RGBl. 1875 S. 112).
11. Grensovergang Haanrade–Herzogenrath Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland tot
regeling der aansluiting van de lokaalspoorweg Sittard– Herzogenrath op de Nederlands-Pruisische grens, van 28 november 1892 (Staatsblad 1893, Nr. 53; RGBl. 1893, S. 163).
12. Grensovergang Simpelveld–Aachen-West Nederlands-Pruisisch Protocol tot vaststclling van bei
punt van overgang der grenzen van de spoorweg van Aachen naar Maastricht, van 14 Oktober 1846.
II
Niet m e e r bestaande g r c n s o v e r g a n g e n : 1. Grensovergang Gennep–Hassum
a) Overeenkomst tussen Nederland en het Duitse Keizerrijk wegens de aansluiting van de spoorweg van Boxtel längs Gennep over Kleef naar Wezel, van 18 augustus 1871 (Staatsblad 1871, Nr. 102; RGBl. 1872, S. 39).
b) Overeenkomst tussen Nederland en Duitsland tot wijziging van de Overeenkomst van 18 augustus 1871 betretfende de aanleg van een spoorweg van Boxtel over Gennep naar Kleef en längs Goch naar Wezel, \<.m 13 november 1874 (Staatsblad 1875, Nr. 23; RGBl. 1875, S. 120).
2 Grenscn ergang Venlo–-Straelen
Overeenkomst tussen Nederland en Pruisen wegens de aansluiling van de spoorweg van Venlo naar Osiia-bnirk, van 28 november 1867 (Staatsblad 1868, Nr. 17; IVG.sSIg 1868, S. 13).